top of page

Het succes van Warenhuis Vanderveen

Warenhuis Vanderveen is al ruim een eeuw te vinden in het hart van Assen. Het familiebedrijf is uitgegroeid tot een van de grootste warenhuizen van Nederland. De huidige generatie, broers, zus, neven en nicht Nico, Rienus, Alca en Jelle Vanderveen, laat zien hoe het succesvolle warenhuis vandaag de dag in elkaar zit.

Het is oktober 1880 wanneer het kofschip van kapitein Jan Albert Oldenburger op de terugreis van Riga naar Nederland in zwaar weer verzeild raakt. Het schip vergaat en iedereen aan boort verdrinkt in de Oostzee. Thuis in Nieuwe Pekela hoort Antje Oldenburger dat haar vader en zijn schip er niet meer zijn. Het schip, waarop vader haar wel eens meenam op zijn handelsreizen naar steden als Sint Petersburg en Londen. Daar zag ze enorme warenhuizen waar je alles kon kopen wat er maar te kopen was. Met die ervaringen in het achterhoofd opent ze zeventien jaar later, in 1897, een winkeltje in Assen. Haar echtgenoot, Bareld van der Veen, treedt later ook toe. Nu, na bijna 120 jaar, is hun winkel geëvolueerd tot een warenhuis zoals Antje als klein meisje met haar vader bezocht. Warenhuis Vanderveen overleefde in de tussentijd twee wereldoorlogen en verschillende perioden van economische malaise en groeide uit tot een begrip in Noord-Nederland. Maar hoe werkt die succesformule van Vanderveen vandaag de dag?

Vakmanschap is de sleutel

Vanderveen bestaat momenteel uit zestig afdelingen, ondergebracht in vijf verschillende clusters, die samen een uitgebreid assortiment bieden. Voor speelgoed kun je naar Intertoys, voor fietsbanden naar Halfords, voor sportschoenen naar Intersport, voor boeken naar de Bruna en voor Drentse droge worst naar Keurslager Jan Mager. Aan het hoofd van die afdelingen – of joint ventures – staan volgens directeur Nico zonder uitzondering vakmensen met expertise op het gebied van wat zij verkopen. Een van de principes waar het warenhuis al vanaf het begin aan vasthoudt is vakmanschap. Nico: “Een groot deel van het succes van het warenhuis wordt bepaald door de vakmensen. Die weten van de hoed en de rand. Wij faciliteren ze en zijn verantwoordelijk voor het totaalplaatje.” Waar Vanderveen bijvoorbeeld voor zorgt is de invulling van de verschillende afdelingen. Passen nieuwe concepten bij de koers van het warenhuis, blijft het aanbod divers genoeg, op welke trends moeten ze inspelen. Kortom: welke winkelpartners zijn een aanvulling op Warenhuis Vanderveen. Alles om de consument zo goed mogelijk te bedienen. “We willen dat onze klanten voor alles bij ons warenhuis terecht kunnen”, vertelt Alca, hoofd administratie. “Vandaar dat we ook vijf verschillende afdelingsclusters hebben.” Het management houdt een zogenaamde longlist bij, een lijst waarop namen van potentiële samenwerkingspartners staan. Verlaat een ondernemer het warenhuis, dan wordt er gekeken welke van de concepten op de longlist op dat moment het beste bij Vanderveen zou passen. Volgens Nico is een totaalwarenhuis de beste winkelstraat. “Een groot voordeel ten opzichte van een normale winkelstraat is dat de zestig vakmensen elkaar aanvullen en ondersteunen. Ze werken goed samen en dat is ook een kracht van het warenhuis.” Daarnaast ontstaat er door de selectie van ondernemingen een uitgewogen assortiment, met als doel dat zo veel mogelijk mensen voor hun inkopen bij Vanderveen terecht kunnen. Door die selectie is er binnen het warenhuis maar weinig sprake van concurrentie binnen de afdelingen. “We hebben meerdere damesmodeafdelingen, maar allemaal verkopen ze andere soorten kleding. Ze concurreren niet, maar versterken elkaar juist.”

On- en offline combineren

Belangrijk bij het selecteren van nieuwe aanwinsten, maar ook voor al gevestigde joint ventures, is dat ze inhaken op trends. “De detailhandel verandert continu. Je moet nog beter luisteren naar de wensen van de klant. Het is essentieel dat wij samenwerken met ondernemers die dat doorhebben”, vertelt adjunct-directeur Jelle. Daarnaast is digitalisering in opkomst binnen de detailhandel. Nu wordt er nog voor een klein percentage online gekocht, maar het internet en nieuwe technologieën worden wel steeds belangrijker. Bij Vanderveen zien ze liever kansen dan obstakels in die digitalisering. Jelle: “Je krijgt er een etalage bij. Mensen kijken op internet wat er voor aanbod is en gaan vervolgens naar de winkels om de producten te kopen.” Jelle ziet digitalisering niet als een bedreiging, maar als een kans. “Van alle aankopen die op internet worden gedaan, haalt tachtig procent het in de winkel op”, vertelt hij. "De kosten van gratis verzenden en retourneren vormen de verliespost van pure webshops, vandaar dat de winkelfunctie, voor afhalen en service, zo belangrijk blijft.” Het goed combineren van online en offline vindt hij belangrijk. Volgens hem hebben beide kanalen hun kracht, maar ook beperkingen. “We zien dat mensen die hun product op internet kopen en het vervolgens in de winkel ophalen graag nog even wat uitleg van de verkoper over hun aankoop willen. Ook kunnen ze controleren of het product goed is en kunnen ze eventueel extra accessoires kopen.” Daarbij is ook het vakmanschap essentieel. Volgens Nico speelt een echte vakman op de nieuwe trends in. “Bij Jeans Centre staat bijvoorbeeld een zuil met een cataloguscomputer erin. Mocht de maat die je zoekt niet meer in voorraad zijn, kun je de juiste maat direct bestellen en laten bezorgen bij je thuis of bij de winkel.”

Samen staan we sterker

Beleving wordt steeds belangrijker in de detailhandel. “Gezelligheid is belangrijk. Mensen willen niet alleen winkelen maar ook een kopje koffie drinken.” vertelt Rienus. Als huismeester van Vanderveen zorgt hij er onder meer voor dat klanten op een prettige manier het warenhuis kunnen bezoeken. “Je kunt je een hele dag vermaken in het warenhuis. Eerst kunst kijken in de galerie, vervolgens wijn proeven op het Versplein, daarna een workshop tapas maken bij de delicatessenafdeling. Alles kan.” Alca haakt in: “En daarna kun je ook nog een lekkere massage nemen in onze nieuwe wellnesstoren.” Een tijdje geleden opende Vanderveen de Buningzaal, waar bijvoorbeeld modeshows, productdemonstraties en exposities plaatsvinden. In de Buningzaal werken de afdelingen vaak samen om een leuk evenement te creëren. Nico: “Bij een modeshow hebben de modellen bijvoorbeeld kleding aan van Jeans Centre en Blom Mode, dragen ze tassen van Duifhuizen, wordt het haar gedaan door kapsalon Clips en de visagie door Parfumerie Mooi.” Die samenwerking heeft ook aan de kostenkant voordelen. Zo delen de afdelingen een energiecontract, waardoor ze een goede prijs konden afspreken, en kunnen ze voorwerpen van elkaar lenen in plaats van dat ieder afzonderlijk alles moet inkopen. Rienus: “Heeft een ondernemer een steekkar of een ladder nodig, dan kan hij of zij altijd aankloppen bij een collega.” Volgens Nico is dat ook een van de sterke punten van Vanderveen. “Zie het als een orkest waarin je door samenwerking om tot een mooie symfonie kunt komen.”

Recent Posts
bottom of page